Hele grote beeldschermen … welke past het beste bij mij?
Weet je nog… die dikke beeldbuis van vroeger? Met het hele gezelschap achter een 82 centimeter (geen inch!) CRT televisie. En die vonden we gróóót! Tegenwoordig zie ik in gemiddelde vergaderruimtes gemiddelde schermgroottes van 65 inch (geen cm!). En veel organisaties hebben ook één of meer grotere ruimtes. Denk aan auditoria, townhalls en collegezalen. Daar gaan nog grotere beeldschermen in. Je ziet hier drie type oplossingen; videowalls, projectoren of het steeds populairdere indoor, of direct view LED. Ik neem je mee in de mogelijkheden van elk van de drie, weet jij daarna welke het beste bij je ruimte past
Door: Yoni Matser
Herrie
zet de tijd even 15 jaar terug. Het was de tijd dat in bijna iedere vergaderruimte met een beelddrager, een projector was. Logge en luidruchtige apparaten, waarvan ieder jaar de filters gereinigd moesten worden en om de 1.000 uur de lamp vervangen moest worden. Sinds die tijd kwam er een alternatief; het (professionele) display. Geen gewone tv, maar een scherm speciaal ontwikkeld voor zakelijke toepassingen. Meer helderheid, langere branduren en je hoefde geen onderhoud op filters en lampen te doen.
Net als iedere nieuwe techniek was de aanschafprijs initieel erg hoog, maar (net als bijna alle techniek) zakte deze prijs snel. Even in perspectief; de eerste 65″ van Samsung kostte bijna € 10.000,00, ter vergelijk met ongeveer € 1.100 tegenwoordig. Onze engineers zijn tegenwoordig ook een stuk blijer, want die eerste versie woog bijna 90 kilo, ten opzichte van net geen 25 kilo tegenwoordig. Scheelt een hoop sjouwen (en wanden aanpassen)!
Na de sterke opkomst van Samsung, volgde in rap tempo merken als LG, Sony en Philips. Het display veroverde in snel tempo marktaandeel van de projector. Tot een bepaalde grootte. Want er is een goede reden, waarom het grootste formaat display rond de 98″ is. Daarboven zijn de kosten voor de glasplaat enorm duur. En, bouwkundig gezien, gaat dit vaak ook niet passen in de lift (of gang, of door de deur heen).
Randen
Entree: het videowall display. Met dezelfde beeldkwaliteit als de “standalone” displays, onderscheiden deze modellen zich op aansturing en bezeldikte (bezel is de “rand” om het scherm heen). Door bijvoorbeeld 4 schermen van 55″ in een zogenaamd 2×2 raster te plaatsen, heb je ineens een 110″ (met 3×3 zelfs 165″, enzovoorts). Met de “gewone” schermen heb je dan 1 groot nadeel: je hebt bezeldiktes van enkele centimeters tussen je beeldoppervlakte.
En dat bevordert de leesbaarheid niet. Videowall displays anno 2021 heb je meestal in drie “diktes” en deze wordt in bezel-to-bezel uitgedrukt (te totale dikte van de rand tussen de beeldoppervlaktes in); 3,5 mm., 1,8 mm. of zelfs 0,9 mm.* Afhankelijk van budget en wensen van beeld, kun je kostenefficiënt een groot scherm toepassen. Bedenk ook, wat je precies wilt laten zien. Een video of beeld (narrowcasting) is een stuk minder gevoelig voor bezels, dan een Excel presentatie met de jaarcijfers (presentatie)
Doorlussen
Een extra feature van videowalldisplays is “daisy-chaining” Daisywat? Deze vakterm betekent niets meer dan “doorlussen”. Je kunt videowallschermen met elkaar verbinden en deze zijn dan in te stellen als één beeldscherm. Let er dan wel op, dat de aspect ratio van je bron hetzelfde is als de totale videowall. Klinkt lastig, maar er is een ezelsbruggetje; 16:9 = X*X. Ofwel; als je een laptop of pc zou willen gebruiken om je beeld op een videowall te krijgen (en je laptop of PC heeft een Full HD of Ultra HD resolutie), kun je dit doen met een 2×2 videowall opstelling.
“Ja wacht even, ik zie ook videowalls met een andere opstelling!” Dat klopt en dat is ook een sterk voordeel voor videowalls; je kunt er iedere opstelling mee maken die je wilt. Hou het wel logisch, want als je op een videowall opstelling met een niet-16:9 verhouding content wilt tonen, heb je hier wel speciale content software of zogenaamde videowall scalers nodig (en die verhogen de investering weer)
Lampen
Ook al is de videowall een kosten-efficiënte oplossing, zie je in grotere ruimtes als auditoria en congreszalen (en bioscopen!) toch nog vaak projectie oplossingen. En ook al heeft iedereen het in de markt over LCD/LED/OLED displays, de projector van nu is doorontwikkeld ten opzichte van “dat apparaat dat herrie maakt en zeer onderhoudsgevoelig is”
Eerlijk gezegd; ik heb mij vaak schuldig gemaakt aan “tunnelvisie”. Mijn audiovisuele avontuur begon bij digital signage (met beeldschermen), via digitaal samenwerken (met beeldschermen), naar een displayfabrikant, om weer terug te keren bij een integrator, waar we in onze oplossing nog steeds meestal displays aanbieden.
Learn Anywhere
Totdat we samen gingen werken met onder andere Epson in de Learn Anywhere propositie. Hier werd al gauw duidelijk, dat je voor grotere beeldformaten prima met projectoren uit de voet kan. Waarom? Zaken als onderhoud, geluid en helderheid zijn sterk verbeterd. Zo worden projectoren tegenwoordig vaak uitgerust met lasertechnologie, waardoor de lamp in een keer 10.000 of zelfs 20.0000 meegaat (en dat is ineens minimaal 5 jaar, als je ze tijdens kantoortijden gebruikt). Ook ben je van je filters af en het geluid is ook sterk gereduceerd. Kosten voor zo een projector? Kan je alle kanten mee op, maar als je twee projectoren in een Learn Anywhere oplossing zet en per projector een oppervlakte van 2.22 x 1.48 meter projecteert, zijn de kosten per projector aanzienlijk lager dan een videowall. Én, met zogenaamde short throw projectoren hoef je ook geen kabeltracé naar het plafond te trekken
Hou met projectoren wel altijd rekening met een goed projectievlak. Of dit nu een whiteboard of projectiedoek is, bespaar hier niet op! Dit zorgt voor een betere beeldweergave van je content
Blokken
Sterk in opkomst en met een goede reden: Indoor LED, oftewel direct view LED (dvLED). Deze doorontwikkelingen van de LED die je waarschijnlijk kent van al die reclamemasten langs de snelweg, biedt veel voordelen met het maken van grotere displayformaten.
Net als videowalls, bestaat dvLED uit losse componenten die tezamen één groot oppervlak maken. LED tiles worden in een frame geplaatst, die je vervolgens installeert aan de wand (of op vloerstand). Toen deze techniek net beschikbaar kwam, werd deze op bovenstaande manier aangeboden. En dat was verwarrend, want je moest rekeningen houden met:
- Pixel pitch: De afstand tussen ieder LED lampje. Hoe kleiner deze afstand, hoe scherper het beeld (en hoe sneller een hoge resolutie te behalen)
- Tile size: De grootte van de tegels, waar het aantal LED’s op gemonteerd is
- Cabinet size: De grote van het cabinet, waar het aantal Tiles in gemonteerd wordt
- Helderheid: net als LCD displays, wordt de helderheid van dvLED in Candella gemeten. Hoe hoger de waarde, hoe helderder het scherm
All-in-one
Zo kan je tientallen varianten verzinnen, terwijl (zeker in kantooromgevingen) er vaak naar een 16:9 (daar is-tie weer!) verhouding gevraagd werd. Gelukkig zagen de fabrikanten dit snel in en spelen hierop in met zogenaamde all-in-0ne oplossingen. Op basis van een 16:9 en Full HD resolutie, krijg je met gangbare pixel pitch afmetingen, drie schermgroottes: 110″, 138″ of 158″ (ongeveer, per fabrikant wijken de pixel pitch iets af). Deze all-in-one oplossingen worden vaak ook al in de cabinet afgemonteerd en dat scheelt in installatie
Omdat de tegels naadloos op elkaar aan sluiten, heb je (ongeacht schermgrootte) echt één beeld. Net als bij videowalls, kun je bij een 16:9 verhouding vaak relatief eenvoudig een aansluiting maken voor laptop of computer. De gebruiker ervaart dus geen verschil in aansluiten van de laptop op een bureaumonitor van 27″ of een dvLED scherm van 138″
Waar je met deze techniek wel op moet letten, is de minimale kijkafstand. Hoewel de techniek steeds beter wordt en de pixel pitch steeds kleiner, zul je de de LEDjes zien als je er te dicht op zit. Hou als stelregel aan, dat je pixelpitch x anderhalve meter aanhoudt. Pixel pitch 2mm? Dan de eerste rij stoelen op 3 meter. Dat is bij de meeste auditoria en collegezalen meestal toch geen probleem en ook grotere boardrooms staat de tafel vaak verder weg van de muur
Keuzes
Ik kan me voorstellen dat je nu een beter inzicht hebt in de technieken en de bijbehorende voor- en nadelen. Maar welke is dan het beste voor jouw situatie? Laat mij daarover met je meedenken. De uiteindelijke keuze is een samenvatting van ruimte, gebruik, gebruikers en uiteraard budget. Maar vergeet ook de TCO van de oplossing niet. Zo gaat dvLED langer mee dan de andere technieken en heb je ook minder randapparatuur nodig voor installatie
En dat maakt voor mij dit vak zo leuk. Samen met jou de puzzel oplossen hoe jij met jouw organisatie beter kan presenteren en communiceren. Mag ik je helpen hiermee?
Yoni Matser is salesmanager bij Avesqo. Door te willen begrijpen welke problemen of uitdagingen jij als relatie van Avesqo hebt op het gebied van vergaderen en presenteren (met of zonder videoconferencing), zoekt hij altijd de strategische weg met je. Juist omdat de techniek in een razend tempo verandert.